Facebook en zijn vriendjes gekloond
In China hebben zowat 400 miljoen mensen
toegang tot het internet, maar slechts een beperkt deel van wat het hele World
Wide Web te bieden heeft is toegankelijk voor de onlinegebruikers. Dit heeft te
maken met het feit dat de informatie op het internet door de Chinese overheid
wordt gecensureerd: alle informatie wordt onderzocht en datgene wat schadelijk
of verwerpelijk is wordt verwijderd. Op dit fenomeen heeft men de term “Great
Firewall” geplakt. De Chinese overheid werpt dus een nauwlettend oog op wat er
op het internet gebeurt. Om dit te doen maakt ze gebruik van filterende
software die gevoelige woorden detecteert. Bij het zoeken op deze woorden zal
de connectie verbroken worden door de software en zal de gebruiker geen toegang
hebben tot informatie die gerelateerd is met dit topic. Een voorbeeld van zo’n
gevoelig onderwerp is het Tiananmenprotest. Dat is het studentenprotest dat
plaatsvond op de avond van 4 juni 1989 op het Tiananmenplein in Peking en was
de opkomst van studenten en burgers die zich verzetten tegen de Communistische Partij
van China en zijn instellingen. Dit protest werd met heel wat geweld en
bloedvergieten de kop ingedrukt en heeft dan ook een stempel achtergelaten op
de Chinese geschiedenis. Vandaag de dag levert het zoeken op internet op deze
term in China geen resultaten op.
Verder heeft de Chinese overheid ook de
deuren gesloten voor de wereldwijd bekende sociale netwerksites Facebook,
Twitter en Flickr. Ook YouTube werd geblokkeerd en Google is er niet de
dominante zoekrobot. Om de Chinese burgers toch niet wereldvreemd te maken en
om te antwoorden op hun drang naar sociale activiteit, is China op de proppen
gekomen met tegenhangers voor elk van deze nieuwe media, weliswaar aangepast
aan haar eigen opvattingen. De zoekmachine die in China in de plaats van Google
wordt gebruikt is Baidu. Het equivalent van Twitter is Weibo, dat van Facebook
is Renren en dat van YouTube is Tudou. Elke internationale Web 2.0-service werd
dus geblokkeerd en vervolgens gekloond en aangepast aan het land. Langs de ene
kant wil de Chinese regering dus tegemoet komen aan de drang van de bevolking
om actief te zijn op sociale netwerken, maar langs de andere kant willen ze de
server in Peking houden, zodat ze toegang hebben tot alle data, wanneer ze maar
willen. Men geeft dus de burgers de indruk dat ze vrijheid van meningsuiting
hebben, maar dat is in werkelijkheid niet het geval, want ook deze sociale
netwerken worden sterk gecontroleerd en gereguleerd. Wanneer er valse geruchten
worden verspreid, worden de boosdoeners geschorst van de site en kunnen ze geen
berichten meer posten. Alle uitingen die nefast zouden kunnen zijn voor het
land en de politiek worden onherroepelijk verwijderd.
China haalt alle trucs uit de kast om controle te garanderen
Door het steeds stijgende aantal
Chinezen dat toegang heeft tot het internet -en dus toegang hebben tot sociale
netwerksites zoals Weibo waarop ze hun woede over schandalen en corruptie bij
de overheid kunnen uiten-, wordt het ook steeds moeilijker voor de overheid om
controle uit te oefenen. Men moet bijgevolg steeds nieuwe manieren bedenken om
het internet te censureren. Zo eiste de overheid in 2010 dat alle nieuwe
computers die werden verkocht in China voorzien waren van de censurerende
software. Internationaal protest zorgde er echter voor dat dit idee niet werd
doorgevoerd. Een andere maatregel is dat de gebruikers van Chinese microblogs
vanaf nu hun echte naam moeten opgeven, zodat ze kunnen getraceerd worden in
het geval van té kritische uitlatingen op het internet. Sites, fora en sociale
media worden in de gaten gehouden door speciale internetagenten, die “schadelijke”
teksten zo snel mogelijk moeten verwijderen. Op Weibo verschijnen echter zoveel
berichten op zo’n korte tijd dat het niet evident is om deze allemaal te
controleren. Door de verplichting van het toevoegen van je naam bij je
berichten, hoopt de overheid dat mensen minder snel geneigd zullen zijn om
negatieve berichten achter te laten. Een andere recent ingevoerde maatregel
heeft betrekking op Weibo en is de toepassing van een puntensysteem. Alle gebruikers
van Weibo krijgen 80 punten toegewezen. Wie ongewenste inhoud verspreidt,
verliest punten. Als je minder dan 60 punten hebt, krijg je een waarschuwing;
indien je al je punten kwijt bent, wordt je account geschorst. Verloren punten
kunnen echter wel teruggewonnen worden, namelijk als je minstens twee maanden
braaf bent op de microblog en als je zelf open kaart speelt, bijvoorbeeld door
het weergeven van je gsm-nummer. Dit nieuwe systeem is het gevolg van de vele
geruchten die de laatste maanden zijn verschenen op het Chinese internet,
bijvoorbeeld het gerucht dat de nieuwe Noord-Koreaanse leider in Peking zou
vermoord zijn of het gerucht dat er een staatsgreep aan de gang was tegen de
Chinese regering. China kan deze ophefmakende geruchten die zorgen voor de
verstoring van de Chinese rust en harmonie wel missen en vond daarom dat er
strenger moest worden opgetreden.
Er bestaat een mogelijkheid om de
censuur te omzeilen, namelijk door het gebruik van proxy servers of van VPNs
(Virtual Private Network), een soort van omleiding via een buitenlandse server
waar je voor moet betalen en waarbij het IP-adres van de gebruiker geheim wordt
gehouden. Het wordt echter steeds moeilijker om binnen China toegang te hebben
tot deze services.
Kat en muis
In een conferentie geeft de Chinees
Michael Anti meer uitleg over het fenomeen van “The Great Firewall of China”. Hij
benadrukt dat China niet alleen een BRICK-land is (Brazilië, Rusland, Indië,
China) en dus een belangrijke opkomende economie is die bijdraagt tot de
heropleving van de wereldeconomie, maar dat het ook een SICK-land is (Syrië,
Iran, China, Noord-Korea), namelijk een land dat geen toegang heeft tot
Facebook. China heeft zelfs de grootste digitale grens ter wereld. Niet alleen
om het Chinese regime te beschermen tegen de overzeese, universele waarden,
maar ook om te voorkomen dat de Chinese burgers toegang hebben tot het
wereldwijde internet. Er zijn dus eigenlijk twee versies van het internet: hét
internet en Chinanet. Wat het Chinanet betreft, maakt Anti gebruik van de
metafoor van het kat-en-muisspel. De kat is daarbij de Chinese
overheidscensuur, de muizen zijn de Chinese internetgebruikers. Verder haalt
Anti twee redenen aan waarom de Chinese sociale netwerken zo in opmars zijn,
ondanks de heersende censuur. Allereerst is er de Chinese taal: op Twitter, en
dus ook op Weibo, mogen berichten worden geplaatst van maximaal 140 tekens en
dankzij de Chinese taal komen 140 tekens overeen met een hele paragraaf. Er kan
dus in één bericht heel wat gezegd worden. Microblogging wordt echt gezien als
media. De tweede reden is dat de Chinese sociale media het Chinese gedachtegoed
en het Chinese leven veranderen. Ze zorgen ervoor dat het stemloze volk
voorzien wordt van een kanaal waardoor hun stem toch gehoord kan worden. Voor
het eerst ontstaat er een publieke sfeer in China en leren de Chinezen openlijk
te onderhandelen en te communiceren. Maar uiteraard blijft de kat altijd
waakzaam: gevoelige woorden plaatsen op sociale netwerksites zoals Weibo is
niet evident, want de kat (de censuur) ligt altijd op de loer. Dit maakt dat
Chinezen sterk zijn geworden in alternatieve bewoordingen en formuleringen. Anti
haalt ook nog aan dat in sommige gevallen de sociale media worden gebruikt in
de strijd tussen politieke leiders onderling. Bepaalde leiders kunnen dan toch
de verspreiding van bepaalde geruchten toestaan zodat hun rivaliserende leiders
in een slecht daglicht worden gesteld. Niet-censureren is dus een politieke
tool.
Besluit
Het besluit van mijn uiteenzetting zal
ik wijden aan het uitdrukken van mijn eigen visie over de hele censuurkwestie
in China. Dat sociale media toch vertegenwoordigd zijn in China is een goede
zaak. In een land als China is het immers belangrijk dat het volk leert uiting
te geven aan zijn opinies en dat het zijn communicatieve skills uitwerkt. De nationale
publieke sfeer en de democratische ideeën moeten ontwikkeld worden. Het
spijtige aan de hele zaak is dat de Chinese overheid de burgers niet de kans
geeft deze doeleinden volledig te ontwikkelen. Ze worden geremd in wat ze mogen
uiten en gestuurd in wat ze mogen denken. Dat is helemaal niet conform met het
gedachtegoed van de eenentwintigste eeuw. Het land zou zich moeten afvragen of
aanbreng van zijn burgers net niet nuttig zou zijn in zijn ontwikkeling. Alles
speelt zich af op dat allerhoogste bestuursniveau en daar mag niet aan geraakt
worden. Er wordt geen rekening gehouden met zijn burgers, die nochtans het
fundamentele element van het land vormen. Sociale media worden door de overheid
enkel gebruikt om zijn macht te versterken en om lokale overheden en fracties
te counteren. Maar de vrees van de overheid dat
burgeruitingen de vrede zouden verstoren is niet geheel onterecht. Als je in
een immens land als China iedereen ongefundeerd zijn meningen en uitspattingen
laat uiten, dan kan dat inderdaad leiden tot chaotische situaties. Het is niet
de bedoeling dat de overheid er zich allemaal niets van aantrekt en iedereen
zomaar laat doen, want dan is het onmogelijk zo’n groot land te besturen. Er moet
dus nog wel een vorm van controle zijn. Het volk mag niet het zwijgen worden
opgelegd, maar het geheel van uitingen moet in goede banen worden geleid. De stem
van de bevolking moet gehoord worden en als waardevol worden beschouwd, zodat
mensen op een vrije en eerlijke manier kunnen en willen bijdragen tot de
ontwikkeling van hun land.
Eindigen
doe ik met een sterke uitspraak van de Amerikaanse president Barack Obama:
"I
think that the more freely information flows, the stronger the society becomes
because then citizens of countries around the world can hold their own
governments accountable. They can begin to think for themselves."
Bronnen
Lewis, H. (2012), Taking on the “Great
Firewall of China”. Opgehaald
26 november 2012 van http://www.newstatesman.com/staggers/2012/10/taking-great-firewall-china
Mack, L. (2012), Internet
censorship in China. Opgehaald 26 november 2012 van http://chineseculture.about.com/od/mediainchina/a/Internet-Censorship-in-China.htm
Nu.nl
(2011), ‘Chinese Twitter’ waarschuwt voor
internetgeruchten. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.nu.nl/internet/2600151/chinese-twitter-waarschuwt-internetgeruchten.html
Nu.nl
(2012), Microbloggers China moeten echte
naam geven. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.nu.nl/internet/2718628/microbloggers-china-moeten-echte-naam-geven.html
Radio 1 (2012), Omtrent Chinese internetcensuur. Opgehaald
26 november 2012 van http://www.radio1.be/programmas/nieuwe-feiten/omtrent-chinese-internetcensuur
Roberts D. (2012), The great internet Firewall of China. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.businessweek.com/articles/2012-10-26/the-great-internet-firewall-of-china
TED (Ideas worth spreading) (2012), Michael
Anti: Behind the Great Firewall of China. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.ted.com/talks/michael_anti_behind_the_great_firewall_of_china.html